Targones veldrosmolen.

“Deze veldmolens werden gebruikt door legers die niet over vaste inrichtingen konden beschikken. Ze vergden vier paarden voor de verplaatsing en twee voor het malen.
De molenbasis werd gevormd door een raam van 5,50m lengte op 1,20m breedte, vooraan opgelegd op de oriënteerbare vooras, achteraan op de starre achteras. De verticale aandrijfboom steunde in een uitsparing van een zware dwarsbalk in het midden van het raam en werd 1,20m hogerop zijdelings geschoord.
Bovenaan was deze boom van een vork voorzien om de dubbele trekarmen te kunnen opvangen. Deze laatste waren aan de buitenzijde gekromd naar onder toe, waar de zwenghouten waren bevestigd.

De dubbele trekboom was ongeveer 7m lang. Bij het malen werd de wagen tot op de ashoogte in de bodem ingegraven, voor de stabiliteit van het geheel en om de zwenghouten te brengen tot op geschikte werkhoogte.
De aandrijving van de molenstenen gebeurde via een spoorwiel met een diameter van 1,80m, dat ingrijpt in lantaarns op de maalassen (verhouding 1/12). De twee steenkoppels hadden een diameter van 60cm. Ze leverden grof meel, dat enkel voor de hogere officieren werd gezeefd.
Bij verplaatsing werden de trefbomen ontmanteld en op de wagen geplaatst. De trechters werden opgeborgen in de meelbakken en het geheel werd afgedekt met geolied zeildoek.
Voor een snelheid van de paarden van 4 km/u draaiden de lopers aan 36 toeren per minuut. Ten opzichte van de wagen van Targone bestond de verbetering o.m. in de kromming van de dubbele trekarmen aan de buitenzijde en de ingraving van de wagen tot op de ashoogte in de bodem.
Het spoorwiel heeft circa 56 kammen en de steenspillen hebben een klein rondsel van naar 6 staven. Uitgaande van de gang van een paard van 5 km/h (= 83,3 m/min) en een cirkel van circa 7 m (omtrek 7 x 3,14 = circa 22 m) maakt het paard per minuut 83,3
/22 = 3,78 rondjes om de molen. De stenen draaien hierbij 56 : 6 = 9,3 keer zo snel.

De stenen maken hier 9,3 x 3,78 = 35 RPM. Dit komt overeen met de dan gebruikelijke snelheden van molenstenen. Bij de zeer langzaam draaiende molenstenen (rosmolen die rechtstreeks wordt aangedreven) hebben de molenstenen hellende maalvlakken om zo het meel (op de zwaartekracht) naar buiten te laten lopen